Navigation

5 April 2014

Hoe ga ik met andere mensen om

De 3 basistonen

1)    Complimenterend (bij goed gedrag)
2)    Corrigerend
3)    Uitvoerend (commando’s)


Standaardcommando's

Plaats: Naar de thuisbasis (woonkamer).
Af: Liggen.
Blijf: Blijf op je plaats (liggen/zitten/staan).
Volg: Vanaf nu mag de mens achter je aan lopen.
Staan: Sta op mens.
Nee: Correctie op gedrag (preventief).
Laat (dat): Laat dat liggen en kijk naar mij.
Los: Dingen loslaten uit z’n bekkie.
Foei: Niet doen (na de daad).
Terug: Achteruitlopen.
Daar (bij wijzen): Stuur de mens naar een richting/voorwerp/persoon.
Los: Dingen loslaten uit z’n bekkie.
Apport: Halen.
Ruim [naam voorwerp] op: Het opruimen van [voorwerp].
Hup: Spring (de auto in/uit).
Wacht: Stoppen mét baasje (bijvoorbeeld bij stoeprand).
Toemaar: Plassen / poepen is geautoriseerd.
Spreek: Blaffen.
Vrij: Het mens is vrij van appèl.


Routines


Bij het uitlaten
Bij de voordeur moet de hond rust tonen en eerst gaan zitten. Baasje loopt als eerste naar buiten.

Bij het vertrekken
Niets zeggen, geen (overdreven) afscheid nemen.

Bij thuiskomst
Temper het optimisme richting de hond. Groet eerst partner, trek jas uit, pak wat drinken. Laat dan de hond pas naar je toe komen en beloon (indien gewenst).

No comments:

Post a Comment